Het is een wens van vele basisscholen: een team met meer mannen. Tegenwoordig kiezen echter steeds minder mannen voor een baan voor de klas in het basisonderwijs. Sarkonschool De Windwijzer is een uitzondering. Daar is de helft van het team een man. Hoe dat kan? Journaliste Clare Brouwer interviewde de mannen uit het Windwijzer team en schreef er voor het Noord-Hollands Dagblad het onderstaande artikel over!
Een basisschool vol meesters. Het bestaat, in Den Helder.
’Die pabo, daar heb ik me doorheen gesleept’
Bestaat er zoiets als mannen-onderwijs? Onderwijsinstellingen hebben de opdracht meer mannelijke docenten aan te trekken. Een speciale mannen-pabo en ook alternatieve pabo-stages zouden mannen moeten verleiden. Op basisschool De Windwijzer in Den Helder is de helft van het team man. Zij hadden daar geen mannen-pabo voor nodig.
Het gesprek vindt plaats in de lerarenkamer van de Helderse basisschool. De vrouwen moeten plaatsmaken, want deze middag wordt de lange docententafel bezet door alleen maar mannelijke teamleden. Een soms lastig gesprek over verschillen tussen mannen en vrouwen in het onderwijs. Bij De Windwijzer is vijftig procent van het team man en daarmee breken ze elk record. „Ik hoor heel vaak verbazing”, zegt directeur Bart Oud. „Binnen ons schoolbestuur wordt er af en toe ook met jaloezie naar ons gekeken.”
Slechts dertien procent van de docenten op Nederlandse basisscholen is man. Het kabinet en de onderwijsinstellingen worden opgeroepen dit in rap tempo te gaan vermeerderen. Maar hoe maak je het vak aantrekkelijk voor mannen?
Verder helpen
Mathijs Gorter is leraar van de bovenbouw en werkt 22 jaar op De Windwijzer. Hij wist op de middelbare school al dat hij het onderwijs in wilde. „Het leek me heel leuk om kinderen verder te helpen. Toen ik op de basisschool zat, heb ik zelf leerkrachten die mij verder hielpen. Dat wilde ik ook.” Mathijs was net als de andere mannen aan tafel in de minderheid op de pabo. „Ik denk dat de verhouding één op tien was. In mijn afstudeerjaar zaten vier mannen.”
Collega Maarten Udo geeft ook les aan de bovenbouw. Hij is zij-instromer en dat betekent dat hij op latere leeftijd de pabo deed. En dat viel niet mee. „Er waren best veel mannen die aan het zij-instroomtraject begonnen, maar er waren heel veel mannen die ook weer afhaakten”, vertelt hij. „Die twee jaar pabo, daar heb ik me doorheen gesleept. Er waren ook mooie vakken en goede docenten, maar over het algemeen zag ik dat door de manier van lesgeven op de pabo veel mannen afhaken.”
Zij-instromers werken overdag in het onderwijs en ’s avonds gaan ze naar school. Als je net begint in het onderwijs, is het echt heel erg vermoeiend, herinnert Udo zich. „Dan zaten we ’s avonds bekaf een doosje te vouwen. Is dit het niveau van de opleiding, dat vroegen veel mannen zich af.”
Doosje vouwen
Udo” „Ik wist niet hoe je een doosje moest vouwen, dus op zich was het wel nuttig. Maar het was niet onze behoefte, niet de reden waarom we het vak in wilden. Een doosje vouwen, dat hoef ik niet ’s avonds om half tien op een avondschool te leren.”
Zou een pabo speciaal gericht op mannen dan toch een oplossing zijn? Onderbouw docent Carel van de Graaff is tegen. „We leven in een maatschappij met mannen en vrouwen samen, daar moet je ook mee leren samenwerken. Als je opgeleid wordt met alleen maar mannen, dan blijf je in een bubbel. Dan krijg je het idee van jongensscholen, terug in de tijd.”
Bart Nottelman wist al vroeg dat er maar één ding was wat hij wilde worden. „Ik wist altijd al dat ik in het onderwijs wilde werken. Ik had geen plan B, het onderwijs was mijn plan A tot Z.” Nottelman komt er tijdens zijn opleiding achter dat hij vooral werken en dingen ondernemen met de jongste kinderen leuk vindt. Met Sail bouwden ze een groot schip en mochten de kleuters zelfstandig boren en schroeven. „Gereedschap, ook elektrisch gereedschap, daar kunnen kinderen prima mee werken”, zegt Nottelman. „Mannen durven misschien meer risico te nemen. Als ze met een hamer op een vinger slaan, leren ze er ook van.”
„En dat zie je vrouwelijke collega’s dan wel overnemen”, vult Oud aan.
Balans
De balans tussen mannen en vrouwen in het onderwijs is zoek, vinden de mannen op de Windwijzer. En dat daar aandacht voor is vanuit Den Haag is volledig terecht. „We moeten ons vak serieus nemen”, zegt Bart Oud. „Het is namelijk een vak, voor de klas staan. We zijn geen babysitters of begeleiders. Wat je vaak ziet als het onderwijs in de media komt, is dat het leuk moet zijn. Bij carnaval of koningsspelen halen we de krant. Maar wat we echt aan het doen zijn, dat blijft onzichtbaar.”
Het imago van het vak wordt beïnvloed door de media, maar ook door de serie ’De Luizenmoeder’. Van de ene kant werd de verhouding tussen ouder en leraar aan de kaak gesteld, vindt Maarten Udo. „Maar het was ook een spiegel. In die serie wordt alles bedisseld door moeders op het schoolplein. Ik ergerde me er rot aan. Het legde de vinger op de zere plek, precies dat is wat me zo irriteert in het onderwijs. Dat is wat we niet willen, dat is ook wie we niet zijn.”
Curling ouders, de ouders die alle problemen voor kinderen oplossen, zijn daarom taboe op de Windwijzer. „We willen hier kinderen zelf dingen laten doen, ze kunnen juist heel veel zelf.”
Spelen
Carel van de Graaff ziet dat vooroordelen over het onderwijs en beeldvorming overal in doorwerken. „Vrienden van mij denken weleens dat ik in een kleutergroep de hele dag aan het spelen ben met kleuters. Dat er veel meer bij komt kijken, dat is bij hen niet bekend.”
En juist bij deze groep zouden veel meer mannen moeten gaan werken, want bij de kleuters is de balans tussen mannelijke- en vrouwelijke leraren heel erg zoek, vindt Van de Graaff.
Is er hoop dat er meer mannen aangetrokken worden tot het onderwijs? Danny Bovenkerk denkt dat stages bij de kleuters vaak een afknapper zijn. „Voor sommige mannen is dat geweldig, maar ik dacht alleen maar, hoe kom ik dit halve jaar door? En dan zie je mannen afhaken.” Daarom denkt Bovenkerk dat het afschaffen van verplicht stage lopen in de onderbouw goed is. Het zou een keuzevak moeten worden voor mensen die juist wel in die richting willen werken. Bart Oud is het met hem eens: „Met keuzevakken blijf je dichter bij de interesse van mannen. En dat is wel belangrijk, want op de pabo zit je soms ook met z’n twintigen te blokfluiten in een klas, of je moet leren volksdansen. Mannen vragen zich dan af: wat ben ik nou aan het doen?”
Bruggen bouwen
„Als het schoolplein een keer vol water staat, kun je de kinderen binnen houden omdat het zo nat is, of bruggen met ze gaan bouwen”, zegt Oud. Hij benoemt deze houding als een mogelijk verschil tussen mannen en vrouwen. Maar een school met alleen maar mannen is net zo goed niet wenselijk, vinden de leraren. Ook dan mis je de balans, want er zijn ook zaken die bij de mannen niet vanzelfsprekend zijn. „Opruimen”, zegt Maarten Udo lachend. „Ik vind de klas netjes achterlaten echt lastig.”`
Directeur Bart Oud vindt dat ze op De Windwijzer kritisch naar elkaar kijken. „En we hebben een andere manier van onderwijs die misschien voor mannen aantrekkelijk is. Bij De Windwijzer zijn specialisten op taalgebied, geschiedenis of natuuronderwijs en die zetten wij vol in. Wij kijken dus naar iemands talent.”
Maarten Udo: ,,Wij mannen moeten ook eens ophouden om zo te hangen aan status. De status van een beroep is dat wat je er zelf aan geeft.”`
`Maarten Udo denkt dat er nog een andere reden is waarom het De Windwijzer wel lukt om mannen te vinden en vast te houden. „We grijpen in als iets niet werkt, we stellen vragen waarom we dingen doen. Dat doen we als team, maar omdat we veel mannen hebben, zijn we misschien wat doelgerichter of resultaatgerichter. Wat wij doen is ongelooflijk belangrijk voor de kinderen en de samenleving. Dat is een grote verantwoordelijkheid.”
Status
Udo: „Wij mannen moeten ook eens ophouden om zo te hangen aan status. De status van een beroep is wat je er zelf aan geeft. Als je je beroep serieus neemt, dan krijgt het vanzelf status. Als je in het onderwijs werkt, heb je reden om trots te zijn.”
artikel uit het NHD. zaterdag 9 maart 2024
Ook RTLNieuws kwam langs op De Windwijzer. Zij maakten de volgende reportage:
teaser
item in het journaal van 19.30 uur op zaterdag 23 maart 2024
(het item start op minuut 7.40)